Begrijp me niet verkeerd: het liefst ben ik zo vaak mogelijk weg, maar ik zou dus never nooit full-time op reis willen zijn of permanent naar het buitenland verhuizen. Ik vind het idee van een vaste thuisbasis namelijk veel te fijn, zowel qua vrienden en familie als een plek dat je echt ’thuis’ kunt noemen. Maar ook vanwege Nederland zelf, en hier is waarom!
1. Alles is dichtbij
Maar echt. Zelfs in onze hoofdstad is alles met de fiets te doen! Van noord (Groningen) naar zuid (Vlissingen) duurt niet langer dan 3,5 uur, mits je geen file hebt. In Duitsland heb je in dat tijdsbestek misschien net 30% van je trip gehad. En laten we het maar niet over een Amerika, China of Rusland hebben. Of welk ander land dat ook maar groter is dan Nederland. Ik vind het heerlijk dat mijn ouderlijk dorp maar een half uurtje rijden vanaf Amsterdam is, maar dat ik dan wel in een compleet andere wereld terecht kom.
2. Het buitenland is max. 3 uur verderop
En dat geldt alleen voor de mensen die in Den Helder wonen (en de Wadden buiten beschouwing gelaten). Want woon je in Amsterdam of westelijker of zuidelijker, dan ben je maximaal twee uur onderweg om de grens over te gaan. Hoe heerlijk is dat? Zo kun je, als je wilt, prima een dagje op en neer rijden om toch even dat buitenlandgevoel te hebben. Ik kan natuurlijk weer refereren naar hoe dat in andere landen is, maar ik gok dat je m’n punt wel begrijpt.
3. In verhouding veel vakantiedagen
Binnen West-Europa komen we er wat bekaaid vanaf (Zweden heeft bijvoorbeeld 39 vrije dagen in het jaar), maar als we kijken naar (bijna) alles daarbuiten mogen we echt niet klagen. Nederlanders hebben 20 verplichte vakantiedagen, maar in de praktijk blijkt dat we er gemiddeld 25,6 van de baas krijgen. In de VS ligt dat aantal bijvoorbeeld maar op 8! Nou beslis ik sinds een paar maanden zelf hoeveel vakantie ik neem, maar mijn vriend zit wel vast aan een x aantal dagen (+ overuren). En dan is het soms geen overbodige luxe om te bedenken dat we het echt zo slecht nog niet hebben.
4. Goede paspoorten
En dat bedoel ik in de trant van: als blijkt dat je een Nederlands (of Belgisch) paspoort hebt, gaat letterlijk de wereld voor je open. We staan op de vierde plek van de wereldranglijst als het aan komt op visumvrij reizen: we hebben zonder visum toegang tot 155 van de 196 landen! En als we wél een visum moeten aanvragen, dan kost dat in de meeste gevallen ook bijna geen moeite (alleen tijd, geld en wat geduld).
5. Dingen zijn over het algemeen goed geregeld
Misschien in sommige gevallen wel te (en ’te’ is nooit goed) en soms ook juist niet (denk aan ons rechtssysteem), maar over het algemeen hebben we echt niets te klagen over hoe ons systeem in elkaar zit. Ja, we betalen ons scheel aan verzekeringen en wat moeten veel dingen op een officiële manier gebeuren. Maar nadat mijn vader vorig jaar in het ziekenhuis belandde, ben ik ZO blij dat het idee van een zorgverzekering bestaat en dat alle kosten gedekt waren. De premie die hij jarenlang betaald heeft, heeft hij dubbel en dwars ’terug gekregen’, hoe cru ook. Want het liefst heb je het helemaal niet nodig.
Ik had het er een paar jaar geleden nog over met een Cambodjaan: zijn moeder was overleden aan een griep, want: geen geld. Zijn zus was nog nooit naar school gegaan, want: geen geld. Als je dat hoort, besef je maar al te goed dat we echt in onze handjes mogen knijpen.
6. Veel diversiteit
Oké, we hebben geen bergen. We hebben geen gletsjers. We hebben geen vulkanen. Maar we hebben wel: zee, strand, heides, bossen, eilanden, duinen, meren, rivieren en gigantisch mooie natuurgebieden (denk Oostvaardersplassen en de Hoge Veluwe). Plus alles is plat: dat kan bijna geen enkel ander land zeggen. En dat allemaal om de hoek (zie punt 1)!
Amen. Wat mij betreft dan. Hoe kijk jij hier tegenaan?