Op vakantie naar Portugal? Dan denk je waarschijnlijk al snel aan een stedentrip naar Lissabon, een weekendje Porto of een week naar de Algarve. Maar wie niet verder kijkt dan dat, mist een van de mooiste regio’s van dit land: de Alentejo! Niet omdat je er zo snel voorbijrijdt, maar simpelweg omdat deze regio minder bekend is. Deze regio is perfect voor als je een roadtrip in Portugal wil maken!
Want vergis je niet: de Alentejo telt misschien maar zo’n 750.000 inwoners, maar beslaat een derde van Portugal en is zelfs groter dan België! Genoeg om te ontdekken dus. En tip: dat doe je dus het beste met een (huur)auto! We regelen deze zelf altijd via Sunny Cars. Hier zijn de prijzen all-in en je hebt in geval van 24/7 toegang tot de Nederlandse klantenservice. Klik hier voor actuele prijzen en beschikbaarheid.
In deze blog stippelen we vanaf Lissabon een 6-daagse route voor je uit langs de mooiste (soms letterlijke) hoogtepunten in deze prachtregio. Uiteraard kun je zelf bepalen hoe lang je erover wilt doen.
Over de Alentejo: kasteeldorpen, olijfolie en goddelijke wijnen
Voor je verder leest, eerst even kort iets meer over deze mooie regio, ingebed tussen Lissabon en de Algarve. De Alentejo is een uitgestrekt gebied wat vooral bekend staat om zijn uitgestrekte plattelands idylle, kurkbomen, olijfolie en wijn.
Wie de Alentejo binnenrijdt, voelt ook meteen een soort kalmte over zich neerstrijken. Haast kennen ze hier niet, je moet je echt overgeven aan de langzame manier van leven. Maar op vakantie, omgeven door de vriendelijke locals, weidse groene vlaktes en stille bergdorpjes die de tand des tijds hebben doorstaan, klinkt dat toch als een droom?
Roadtrip Alentejo
Dag 1: Lissabon – Évora
Nadat je landt op Lissabon rijd je in 1,5 – 2 uur naar Évora, het culturele hart van Alentejo. Struinend door de eeuwenoude straatjes van het karakteristieke oude deel van Évora, snap je direct waarom deze stad op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. De stad ademt haar geschiedenis nog op elke hoek, net als het 16-eeuwse aquaduct wat je steeds weer herinnert aan de vroegere tijden.
* Eettip: Wie meteen de traditionele keuken van Alentejo wil proeven, schuift zijn knieën onder een strak gedekte tafel bij Dom Joaquim Restaurant. Een chic restaurant, maar gezien de lokale prijzen ook nog redelijk betaalbaar. Dit restaurant sleepte door de jaren heen meerdere prijzen en awards in de wacht, maar is bovenal een begrip onder de locals. Kortom: hier moet je wezen! Tip: begin met wat kleine voorgerechtjes om te delen, zoals de lokale kazen, garnalen in knoflook en kwarteleitjes in olijfolie. Oh, en voor de witte wijndrinkers is de Vinha D’Ervideira een aanrader; louter gemaakt van lokale druiven. Cheers!
** Slaaptip: wie na 5 uur reizen zichzelf wil trakteren op een nachtje (of twee!) in luxe, zit bij Mar de Ar Aqueduto goed. Het hotel ligt binnen de oude stadsmuur, is gevestigd in een voormalig klooster, en het beste nieuws is: wanneer je buiten het hoogseizoen boekt, is dit prachtige vijfsterrenhotel is nog best betaalbaar. Zo betaal je in november doordeweeks rond de 124 euro per nacht voor een 2-persoonskamer. En naast de riant ruimte kamers en de Spa, is het uitgebreide ontbijtbuffet hier absoluut geen straf.
Dag 2: Évora en omgeving
Évora is heel goed te ontdekken te voet, struinend door de smalle straatjes binnen de eeuwenoude stadsmuur. Maar de werelderfgoed stad herbergt een interessante geschiedenis, en wie daar meer over wil weten, boekt een bike en hike tour. Per mountainbike cross je door de stad en leer je de verhalen over de oude tempel, de kathedraal, de 16-eeuwse stadsmuur, het beroemde aquaduct en de Capella dos Ossos, oftewel: the Chapel of Bones. Ja, die laatste blijkt net zo grimmig als hij klinkt, de kapel is namelijk ‘gedecoreerd’ met wel 7.000 menselijke botten en schedels! En bij de ingang duidt de kippenvel-leuze: ‘Nós ossos que aqui estamos pelos vossos esperamos’ wat betekent: ‘Wij wiens botten je hier ziet, wachten op de jouwe.’ Brrrr.
Na dit indrukwekkende, doch enigszins lugubere bezoek, spring je weer op de trappers en fiets je via rotsachtige paadjes het platteland op waar je letterlijk even stil van wordt – zo mooi. Je gaat te voet verder en komt werkelijk geen mens tegen. Het lijkt alsof je bent beland in een sprookjesachtig stilleven aan grazende stieren, uitgestrekte olijfboomgaarden en groene beboste paden waar je af en toe een sprong maakt over kabbelende beekjes.
Maar na inspanning komt ontspanning, en dat krijg je zeker als je na deze tour aanschuift aan een lang gedekte tafel op de boerderij Monte do Serrado de Baixo. Tip: ze hebben hier naast tours en kooklessen ook 4 knusse slaapkamers die ze verhuren, met uitkijk op de olijfboomgaard.
Op slechts 12 minuten rijden van de boerderij, ligt Adega Cartuxa Winery. Alentejo staat bekend als pionier in het maken van wijnsoorten- en aroma’s en is ook verantwoordelijk voor een groot deel van de wijnproductie in Portugal. Een van de bekendste (en duurste) wijnen die je hier kunt proeven is de Pêra-Manca. Deze rode fles kost maar liefst 275 euro.
Dag 3: Évora – Galegos – Portagem – Marvão
Waar je voorheen kennis maakte met het relatief platte, sporadisch heuvelachtige Alentejo, ga je nu echt de bergen in. Op naar Galegos! Een klein bergdorpje wat maar liefst 13 inwoners kent en weinig tot geen internetverbinding. Ja, dat is even back to basic, maar tegelijkertijd zo toepasselijk als je ziet waar je bent beland: middenin de bergen, op zo’n 600 meter hoogte, in het Nationaal Park Serre da São Mamede.
Dit pittoreske plaatsje staat bekend om de Smokkelaars route. Slechts 800 meter verderop ligt namelijk al het eerste Spaanse dorp waar vroeger, toen de grenzen nog gesloten waren, tientallen mensen in het holst van de nacht gevaarlijke paden trotseerden om smokkelwaar (vaak koffie en tabak) naar de andere kant te brengen. Tip: via een tour kun je onder begeleiding zelf de route lopen (10km) dwars door het nationaal park. Oh en psst… ben je een vogelliefhebber? Houd dan een oog op de lucht gericht, want met een beetje geluk spot je hier een gier of een haviksarend in het wild. Houd die camera maar paraat!
Heb je na je hike nog puf over? Rijd dan iets verder naar boven, naar het hoogste punt van Alentejo. Daar ligt het 9-eeuwse witte dorpje Marvão. Je kunt hier het kasteel bezoeken, maar enkel het uitzicht vanaf boven en het struinen door de Middeleeuwse straatjes met scheve witte huisjes, is al de moeite waard. Je loopt hier in november nauwelijks een bewoner tegen het lijf, laat staan een toerist. Terwijl je hier rondloopt, lijkt het echt even alsof de tijd heeft stilgestaan.
* Eettip: lunchen bij lokaal restaurant Mil Homens in Portagem. De dogfish soep is hier een befaamde delicatesse! Probeer een van de lokale wijnen, zoals de 600 Atlas Quintas is heerlijk. En leuk weetje: de ‘600’ staat voor de 600 meter hoogte waarop de wijn is geproduceerd.
** Slaaptip: Casas de Contrabando is de ideale uitvalsbasis hier, gelegen op slechts 2 minuten lopen van het olijfolie museum en 12 minuten rijden naar het witte dorpje Marvão. Daarnaast is het zo’n leuke verblijfplaats. Je wordt heel welkom ontvangen door de eigenaar en met een knusse open haard in de gezamenlijke woonkamer, kun je hier na een lange dag buiten heerlijk opwarmen bij het vuur!
Dag 4: Marvão
Op je laatste dag in Marvão is het de moeite waard om het Nationaal Park Serre da São Mamede verder te ontdekken, voor wie dat wil. Maar een rondleiding en proeverij bij het olijfolie museum Lagar Antonio Picado Nunes is echt een must! De olijfmakerij is al 4 generaties in de familie, en Antonio (jongste generatie) die al op jonge leeftijd zijn opa hier aan het werk aanschouwde, heeft inmiddels ook zijn eigen olijfolie merk opgezet. En ja, grote kans dat je na deze proeverij ook de deur uitloopt met een flesje ‘Marvão Virgin Extra.’
En dan nu de ultieme tip: blijf hier eten! Voor een echt kijkje in de Alentejo keuken schuif je namelijk aan bij Antonio; waar heerlijk voor je wordt gekookt en je je bijna waant in een jaren ’70 filmdecor. Niet schrikken als er na het diner werkers uit de olijfoliefabriek een voor een binnendruppelen en spontaan een borrel meedrinken!
Dag 5: Marvão – Elvas
Elvas is naast de tweede stad op de UNESCO Werelderfgoed lijst, ook een waar militair bolwerk. Forte de Graca is een indrukwekkend vestigingswerk uit de 18e eeuw wat zeker de moeite waard is om te bezoeken. En na de klim naar de top, via de nodige tunnels en trappen word je op de top beloond met een waanzinnig uitzicht, wat op een heldere dag rijkt tot aan Spanje.
Maar ook als ware cultuurliefhebber kun je hier kuierend over de kinderkopjes, door de idyllische straatjes je hart ophalen en je fotorol volschieten. Zo ongeveer op elke hoek. De Oude- en Nieuwe Joodse Wijk is heerlijk om in te verdwalen (volgens mij ook het doel) en mocht je nog een echte lokale delicatesse willen proberen, loop dan het Plum Museum in.
Tip: plan je rondleiding naar Forte de Graca ergens einde middag, dan schiet je vanaf het dak de mooiste foto’s tijdens zonsondergang!
** Slaap- en eet tip: In het roze huis, huist B&B Travassos 11. Het gebouw was vroeger een koninklijk huis van een familie uit de 18e-eeuw en dat zie je in elke kamer terug. Het is hier ook waanzinnig leuk om te blijven eten.
Dag 6: Elvas – Lissabon
Vanaf Elvas rijd je in 2 uur weer terugrijden naar de luchthaven in Lissabon, maar je kunt uiteraard ook je route verlengen en meer van de Alentejo ontdekken!
Te weinig vakantiedagen? No biggie. Want een ding is zeker: na een bezoek aan Alentejo heb je je hartje verpand en zul je zeker terugkomen. Voor de rust, de natuur, het allervriendelijkst volk. Maar ook absoluut voor het eten, de wijn en natuurlijk de goddelijke olijfolie.
